De eerste bewoners van Dongen woonden op donken, hooggelegen zandruggen te midden van veen- en of kleigebieden. Het riviertje waaraan Dongen ontstond werd, zoals veel rivieren, de Aa genoemd en zo ontstond de benaming Donken aan de Aa of DonkAa. Hieruit ontstond uiteindelijk de naam Dongen voor de plaats en Donge voor de beek, die uitmondt bij Geertruidenberg in de Amer, een vertakking van de Maas