2 mrt 1708 |
huwelijksgetuige van Wijnandus Saengers [83171] en zijn halfnicht Anna Catharina Jansen van Wessem [83170] Roermond |
|
|
18 mrt 1710 - |
uit: KRONIEK VOOR BELFELD, BEESEL EN SWALMEN, Loe Giesen |
29 apr 1710 |
tot Swalmen in vollen gericht
SWALMEN - Executoriale verkoop huis en hof.
Openbare executoriale verkoop op het raadhuis te Swalmen in twee achtereenvolgende zitdagen met uitbranden van de kaars ten overstaan van twee schepenen en secretaris, ten laste van Peter Heuskens van: - huis en hof te Swalmen gelegen tussen Willem Quijten en Jan Cuijpers, belast met 13 kop haver, 6 kop rogge en ½ kan olie, 200 gulden 18 stuiver aan de armen, ¼ hoen;
- een perceel in het Swaer wegens Maes Nelissen, voor de helft groot 70 roede, tussen de Hoffacker en Peter Klumpkens gelegen, belast met 4½ kop rogge;
- idem aldaar in het Swaer naast Peter Klumpkens voornoemd, voor de helft groot 105 roede;
- idem in het Licht naast Nelis Klumpkens gelegen, wegens Nelis Massen, voor de helft groot 110 roede;
- 32 roede in het Licht naast Jan Hawinckel gelegen, wegens Stoffer Lindemans of Derick Loeren,
om krachtens ordonnantie van 10 december 1709 te worden verkocht door de scholtis, tot voldoening van het vonnis d.d. 22 oktober 1709 gegeven in het voordeel van de rentmeester van de markiezin douairiere van Schenck en tot nadeel van Peter Heuskens voornoemd, alsmede krachtens toestemming van het Hof van Gelderland d.d. 8 februari 1710, tot verhaal van een bedrag van 25 rijksdaalder 3 schelling 3 stuiver alsmede de proceskosten van 15 gulden 17 stuiver plus van deze openbare verkoop, onder de volgende voorwaarden:
- de percelen worden samen ingezet voor eenn bedrag van 115 gulden Roermonds;
- hierop zal de kaars worden aangestoken en zal het eenieder vrijstaan te hogen met telkens 5 gulden;
- de koopsom moet worden betaald in twee termijnen, te weten de eerste binnen veertien dagen na toewijzing en de twee binnen een maand daarna;
- indien bij het doven van de kaars onduidelijk is wie het laatst heeft geboden, zal een nieuwe kaars worden ontstoken;
- hetzelfde zal gebeuren indien de kaars door de wind of opzettelijk wordt uitgeblazen;
- daarop zal het eenieder vrijstaan om zoveel hoogsels te zetten als hem goeddunkt;
- de bieder aan wie de percelen bij de tweede en laatste zitdag zullen verblijven, zal op verzoek van de verkoper voldoende borg stellen op straffe van het aansteken van een nieuwe kaars, waarna een eventuele lagere opbrengst zal worden verhaald op deze persoon; - een eventuele meeropbrengst zal in dat geval in et voordeel zijn van de geëxecuteerde;
- zowel de aankoper als zijn borgen zullen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de koopsom;
- de aankoper zal binnen acht dagen na de toewijzing de kosten moeten voldoen aan scholtis, commissarissen, secretaris, procureur en gerechtsbode, alsmede de proceskosten en kosten van deze verkoop, welke kosten echter op de koopsom in mindering mogen worden gebracht bij de betaling van de laatste termijn en derhalve ten laste van de geëxecuteerde komen;
- de kosten van de overdracht, die zal worden gedaan door de scholtis namens de geëxecuteerde, armengeld en andere kosten zullen direct door de aankoper worden voldaan en eveneens via een korting op de koopsom ten laste zijn van de geëxecuteerde;
- indien gedurende zitdagen lasten bekend worden die rusten op de nu geafficheerde percelen, zullen deze eveneens ten laste van de geëxecuteerde worden gekort op de koopsom;
- bij alles waarin deze voorwaarden niet voorzien, zal gehandeld worden naar het stad- en landrecht.
- Eerste zitdag d.d. 18 maart 1710: Na voorlezing van deze voorwaarden en het aansteken van de kaars is deze uitgebrand zonder dat door iemand is geboden en zijn de percelen voorlopig voor de ingezette som toegewezen aan de vorderaar.
- Tweede zitdag d.d. 29 april 1710: Procureur Daemen heeft namens de vorderaar 6 hoogsels gezet; advokaat Baenen heeft namens zijn vader 1 hoogsel gezet en de percelen zijn voor een bedrag van 150 gulden aan hem verbleven bij de laatste palmslag bij het uitbranden van de kaars.
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 21 fol. 36vs-38vs; voor gerechtelijke overdracht zie 29-4-1710. |
|
|
29 apr 1710 |
Uit: KRONIEK VOOR BELFELD, BEESEL EN SWALMEN, Loe Giesen |
|
SWALMEN - Overdracht huis en hof.
Ten overstaan van Jan Janssen en Willem Paulssen, schepenen van de heerlijkheid Swalmen en Asselt, draagt Petrus Buijckman, scholtis aldaar, conform artikel 11 van de voorwaarden van executoriale verkoop d.d. 18 maart en 29 april 1710, de in deze akte genoemde percelen over aan de licentiaat en advokaat Joannes Josephus Baenen, laatste bieder namens zijn vader de borgemeester en schepen Leonard Baenen. Bode Areth Mooren wordt namens Peter Heuskens als geëxecuteerde hiervan onterfd. RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 21 fol. 38. |
|
|
15 jul 1710 |
Uit: KRONIEK VOOR BELFELD, BEESEL EN SWALMEN, Loe Giesen |
|
SWALMEN - Retrocessie huis en hof.
Joannes Josephus Baenen, als gevolmachtigde namens zijn vader de borgemeester en schepen Leonard Baenen, draagt de percelen van Peter Heuskens zoals op 29 april 1710 [zie aldaar] bij executoriale verkoop aan zijn vader verbleven, na voldoening van koopsom en verder gemaakte kosten over aan Lambert Heuskens, zoon van Peter voornoemd, als beschudder.
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 21 fol. 39.
Zie ook de overdracht van diezelfde dag.
SWALMEN - Overdracht huis en hof, na naasting en met recht van terugkoop.
Ten overstaan van Petrus Buyckman, scholtis, Jan Janssen en Willem Paulssen, schepenen van de heerlijkheid Swalmen en Asselt, draagt Lambert Heuskens, krachtens akte van overdracht van heden door de advokaat Baenen namens diens vader de borgemeester en schepen Baenen, alle goederen binnen de heerlijkheid gelegen die hebben toebehoord aan Peter Heuskens, vader van comparant, op 29 april 1710 bij executoriale verkoop aan voornoemde borgemeester Baenen verbleven en bij wijze van naasting door Lambert Heuskens ingelost, voor een bedrag van 76 rijksdaalder over aan Nelis Wijnen en Anna Bulders, echtelieden, onder voorwaarde dat Lambert deze goederen binnen de tijd van twee jaren zal mogen inlossen.
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 21 fol. 38vs-39. |
|
|
25 apr 1712 |
huwelijksgetuige van zijn halfneef Godefridus Franciscus Edmunds Poell [12996] en Antonia Paulina Durieux [16022] Venlo |
|
|
1717 - 1749 |
uit: Inventaris van het archief van het Hof van Gelder te Venlo 1717-1795 |
|
De raadsheren
Het Hof van Gelder te Roermond telde tot het einde van het ancien regime tenminste twee raadsheren costumier. Het ambt werd bekleed door leden van de ridderschap van het Overkwartier die geacht werden het inheemse recht te kennen. Het Hof van Gelder te Venlo kende deze functies niet.
De raadsheren werden benoemd door de Staten-Generaal. In de periode 1717-1793 hebben in totaal twaalf personen een benoemingsakte tot raadsheer gekregen. Na hun benoeming legden de nieuwe raadsheren in een vergadering van de Staten-Generaal de eed af.
De raadsheren waren: Johan François Correge (1717-1733), Johan Joseph Baenen (1717-1749), Franciscus Gerardus Ruys (1717-1768), Jacob Anthony van den Broeck (1733-1777), Nicolaas Evert Fournier (1733-1753), Jan Willem Augustijn van Wijnbergen (1753-1778), Michael Joseph Ruys (1768-1778), Theodorus Joannes Richardt (1777-1784), Hilarius Gerardus Poell (1778-1789), Joannes Egidius Conraedtz (1778-1795), Gerardus Everardus Vos de Wael (1784-1795), Oswald Otters (1790-1795) |
|
Naast de eerstpresiderende raad en de momboir waren in 1717 drie raden ordinaris benoemd. In principe waren deze vijf personen bij het beramen van vonnissen betrokken. In 1733 werd het aantal raadsheren ordinaris, zoals boven vermeld, uitgebreid tot vier, zodat het totale aantal rechters zes kon bedragen. Bij de eerstvolgende vacature door het overlijden van Johan Joseph Baenen in 1749 werd deze echter niet opgevuld. Het Hof stelde zulks zelf voor, omdat het getal van vijf raadsheren gemakkelijker was in de besluitvorming en minder kosten met zich meebracht. |
|
|
26 jun 1717 |
uit: Limburg's jaarboek |
|
 |
26 mei 1719 |
Huwelijksdispensatie RHCL Maastricht |
|
 |
|
Brief van Gerl: Gilkens, pastoor in Venlo,
als aanvraag voor dispensatie "in tribus consuetis" in verband met voorgenomen huwelijk tussen:
Johannes J: Baenen en Maria Anna Catharina Bosman.
|
Huwelijk: 27 mei 1719 |
Anna Catharina (Maria Anna Catharina) Bosman [12296] Swalmen |
|
 |
|
met bisschoppelijke dispensatie in de kerkgeboden |
|
getuigen: Theodorus Baenen [392] vicarius van de kathedrale kerk te Roermond en Petrus Henricus Bosman kapelaan te Swalmen |
Kinderen: |
|
|
|
|
|
Zoon: |
24 jul 1720 |
Leonardus Josephus Baenen [14631] Venlo |
|
|
getuigen: zijn oom Adamus Franciscus Baenen [19393] nomine parentis Leonardi Baenen [161] en zijn grootmoeder Johanna Margaretha Cloots [16025] |
|
|
|
Zoon: |
3 okt 1721 |
Johannes Martinus Baenen [14632] Venlo |
|
|
getuigen: Joannes Assuerus Bosman [12600] pastor in Swalmen en haar tante Anna Elisabeth Baenen [322] vervangen door Wendelina Josepha Poel [12998] |
|
|
|
Dochter: |
29 dec 1722 |
Maria Elisabeth Theresia Baenen [14633] Venlo |
|
|
getuigen: haar oom Adamus Franciscus Baenen [19393] en haar grootmoeder Johanna Margaretha Cloots [16025] nomine Elisabeth Theresia Anna van Impel |
|
|
|
Dochter: |
13 feb 1724 |
Maria Helena Baenen [14634] Venlo |
|
|
getuigen: haar oom Theodorus Ignatius Baenen [392] (RD. canonicus Baenen) en haar oudtante Helena Bosmans [15759] (Helena Ditgens) vervangen door haar grootmoeder Johanna Margaretha Cloots [16025] |
|
|
|
Zoon: |
24 mrt 1725 |
Johannes Bernardus Josephus Baenen [1934] Venlo |
|
|
 |
|
|
getuigen: Joannes Baptista Cloots [52837] eius loco zijn oom Adam Franciscus Baenen [19393] en zijn achternicht Maria Elisabeth Cnop [26637] eius loco zijn grootmoeder Joanna Margaretha Cloots [16025] |
|
|
|
Zoon: |
9 apr 1726 |
Leonardus Martinus Baenen [14636] Venlo |
|
|
getuigen: Petrus Jacobus Hyacyntus Poell [12999] eius loco Johannes Reinerus Poell [13000] en Catharina Margaretha de Freneau eius loco zijn grootmoeder Johanna Margaretha Cloots [16025] |
|
|
|
Dochter: |
26 aug 1727 |
Joanna ELisabeth Antonetta Baenen [14637] Venlo |
|
|
getuigen: Lambertus de Frenau en Antonia Pauline Durieux [16022] |
|
|
|
Zoon: |
30 aug 1728 |
Petrus Franciscus Baenen [14638] Venlo |
|
|
getuigen: zijn oom Adamus Franciscus Baenen [19393] en zijn grootmoeder Johanna Margaretha Cloots [16025] |
|
|
|
Zoon: |
1 nov 1729 |
Josephus Henricus Ignatius Baenen [14639] Venlo |
|
|
getuigen: Johannes Josephus van Wessem en Maria Cecilia de Paterborne |
|
|
|
Dochter: |
20 nov 1730 |
Maria ELisabeth Petronella Baenen [14640] Venlo |
|
|
getuige: haar oo0m Theodorus Ignatius Baenen [392] (RD. canonicus) en Petronella Knoup vervangen door haar grootmoeder Johanna Margaretha Cloots [16025] |
|
|
|
doopgetuige van Petronella Ursula van Wessem [75579] op 13 feb 1733 Venlo
1737 |
Hof van Gelder te Venlo |
|
129 Rekesten van de oudste raadsheer J.F. Baenen inzake de tegenwerking van de leengriffier en de momboir, die kennelijk zijn voorrecht betwisten om, bij afwezigheid van de eerst presiderende raad, de overdracht van leengoederen te laten verrichten, met bijlagen
Datering: 1737 |
doopgetuige van zijn neef Edmundus Josephus Antonius Poell [15635] 25 mrt 1746 Venlo (supremae curiae venlonensis)
doopgetuige van Henricus Albertus Ruijs [75572] op 17 feb 1748 Venlo
Overleden: 11 jan 1749 |
Venlo |
Begraven: 14 jan 1749 |
Venlo |
|
 |
|